Het was najaar 2001. Amerika was net opgeschrikt door de brute terroristische aanslagen op het World Trade Center en het Pentagon. Passagiers van vlucht 93 wisten nipt een aanslag op Washington, D.C. te voorkomen. Familie en vrienden uit Nederland belden me paniekerig op omdat ze gehoord hadden dat er een gekaapt vliegtuig in Pennsylvania was neergestort.
In de dagen na nine-eleven liepen opeens overal geüniformeerde mannetjes met machinegeweren rond. Ouders knuffelden elkaar en hun kinderen bij elk afscheid met hernieuwde intensiteit. De restaurants waren leeg want het voelde ongepast om lekker uit eten te gaan.
Terwijl de natie in nationale rouw was gedompeld begon ik aan een nieuw hoofdstuk in mijn carrière. Een hoofdstuk dat begon in een oud verbouwd pakhuis, vlakbij de haven van Amerika’s eerste hoofdstad, Philadelphia. The City of Brotherly Love.
Het was de eerste woensdag van de maand. Geen gehaktdag, maar de maandelijkse open casting call bij Mike Lemon. Ze noemen het terecht een Cattle Call, omdat de gangen van het castingbureau zwart zagen van de mensen die allemaal hun kunstjes kwamen tonen. Jongleurs, buiksprekers, hip hop dansers, coloratuur sopranen, fotomodellen…. en een verdwaalde Nederlander met een omroepverleden.
Iedereen die zich inschreef kreeg een nummer en daarna begon het lange wachten. Opgefokte ouders met jengelende kinderen gingen aan mij voorbij. Puisterige pubers warmden zich ongegeneerd op. En ik vroeg me af wat ik daar in hemelsnaam deed, zonder goocheltrucs of danspasjes.
MIJN SCREENTEST
“Mister Strick-Word-Aah?” klonk het uit een hoek. Ik werd in een donkere kamer geleid met een camera en een fel licht.
“Strick-Word-Aah, what kind of name is that?” vroeg iemand in het duister.
“It’s Dutch. I’m from Holland.”
“Poland? I though you were Dutch?” zei de stem.
“Holland as in the Netherlands,” antwoordde ik.
“Ah, the Netherlands. Why didn’t you say so? I know the Netherlands. Clogs. Tulips. Windmills. The people are very tall and everybody speaks English. I like the Netherlands!”
Hij ging verder:
“So, let’s see what you got for us today. Stand in front of the camera, state your name, and tell us about yourself.”
Na amper twee zinnen onderbrak hij me.
“You don’t sound like you’re from the Netherlands. You sound like you’re from England, but not quite… Interesting. Give me two seconds.”
Hij draaide zich om en riep “Get me Joanne.”
Twee minuten later kwam er een struise vrouw binnenlopen.
“Joanne, I want you to meet Paul. He’s from Holland. Paul, meet Joanne, our voice-over director. The two of you should talk.”
“Mike, Manoj is on the phone,” fluisterde Joanne. “He says it’s urgent.”
Manoj is de “M” in M. Night Shyamalan, de maker van The Sixth Sense (“I see dead people!”) voor wie Mike Lemon alle casting deed.
Joanne wandelde me van het donker in het licht naar een kamer die van de vloer tot aan het plafond gevuld was met cassettebandjes.
“That’s all my talent,” zei Joanne met een brede lach. “I represent over a thousand voices but I’ve never had someone from the Netherlands. What’s your story?”
Een paar koppen koffie later had ik het gevoel dat ik met een oude vriendin aan tafel zat. Joanne Joella had net als ik een radio achtergrond. Ze was adjunct professor in het theater department van een locale universiteit. Bekende en onbekende acteurs huurden haar in als stemmen- en dialect coach. Haar persoonlijkheid was wat ze hier “larger than life” noemen. Joviaal, aanstekelijk uitbundig, en lekker luidruchtig.
Die middag gingen we aan het werk met allerlei scripts. “I want to know how well you can take direction,” zei ze. “You can have the best voice in the world, but if you can’t follow instructions you’re never going to make it.”
De paar uur die ik met haar spendeerde was een masterclass in stem acteren, en pas later besefte ik dat ik ook auditie aan het doen was. De middag vloog om, en toen het tijd was om te vertrekken zei Joanne: “I think I might have something for you. I’ll call you tomorrow.”
Toen ik Mike Lemon Casting verliet besefte ik dat ik opeens een echte Amerikaanse agent had.
Wow!
UIT DE ILLEGALITEIT
Een week later ging ik terug naar Philadelphia voor de opname van mijn eerste commercial, een radioreclame voor Hersheypark, het pretpark van een bekende chocoladefabriek. Een maand later lag er een vette cheque bij mij in de brievenbus, dik verdiend door een Hollandse kaaskop zonder werkvergunning.
Houston, we’ve got a problem.
De snelste manier om legaal in de Verenigde Staten te kunnen werken, was om Amerikaans staatsburger te worden. Dat was alleen na 9/11 een stuk moeilijker geworden. De procedure kon jaren duren, zelfs voor iemand uit een neutraal land als Nederland.
“I see only one solution,” zei mijn partner.
“What might that be?” wilde ik weten.
“We’ve got to get married. They can’t deny you citizenship once we’ve tied the knot.”
Eerlijk gezegd was ik nog helemaal niet aan trouwen toe. Aan de andere kant wilde ik graag voice-overs blijven opnemen. Ik was het oberen zat, en de kans die me bij Mike Lemon geboden werd was een dream come true.
“Ik wil er eerst een nachtje over slapen,” zei ik. “This is too important.”
Het werd een slapeloze nacht van wikken en wegen, van voors en van tegens. Hoe meer ik er over nadacht, hoe minder zeker ik van mijn zaak was.
Maar toen de zon eindelijk opkwam, wist ik wat ik wilde.
En zo nam ik de beste en slechtste beslissing van m’n leven.
Leave a Reply